Het etiket

Brood wordt meestal in de winkel verpakt, of van een verpakking voorzien om het dezelfde dag nog te verkopen. Dan hoeft het niet uitgebreid geëtiketteerd te worden, zoals bij voorverpakt brood. Voorverpakt brood, dat langer dan 24 uur voor aankoop wordt verpakt of niet op de plaasts van verkoop/in de onderneming van de verkoper wordt verpakt, moet wél worden voorzien van een etiket voordat het in het schap ligt. Daarom tref je bij de supermarkt zowel brood zonder etiket als voorverpakt (volledig geëtiketteerd) brood aan. De laatste categorie is door de bakkerij verpakt, de niet-voorverpakte broden worden in de supermarkt verpakt of onverpakt te koop aangeboden. 

Wat moet minimaal op het etiket staan?

Op het etiket van voorverpakt brood staat in ieder geval de:

• productnaam
• ingrediëntenlijst, waaronder de stoffen die allergieën of intoleranties veroorzaken
• netto hoeveelheid (heel, middengroot of half brood)
• houdbaarheidsdatum of productiecode/verpakkingsdatum
• naam en het adres van de producent, verpakker of verkoper

Producten die je nog verder moet bereiden, zoals afbakbroodjes, hebben ook een gebruiks- of bereidingsadvies op de verpakking. Voorgebakken brood uit de koeling moet ook een bewaaradvies dragen. Meestal is ook een voedingswaardedeclaratie verplicht, in elk geval als er bijvoorbeeld een aanprijzing van de hoeveelheid vitamines of vezels wordt gedaan.

Waarom heeft niet elk brood een etiket?

Bakkers hoeven dagvers gebakken brood dat zij zelf verkopen niet te etiketteren. Vandaar dat vers brood, dat voor de klant in een zak wordt gestopt, geen etiket krijgt. Brood dat door de bakker alvast wordt verpakt als werkvoorraad voor dezelfde dag, mag ook zonder etiket worden verkocht. Dit geldt ook voor de supermarkt. Wel moet bepaalde informatie te vinden zijn op de plaats waar het product is uitgestald. Het gaat om de naam, de prijs en allergeneninformatie. De laatste moet opvraagbaar zijn (mag ook mondeling worden gecommuniceerd) op de plaats van verkoop. Vragen over ingrediënten (bijvoorbeeld in het kader van allergieën) kun je het beste aan de bakker of het winkelpersoneel stellen. Zij kunnen dat voor je beantwoorden of nakijken.