Wat je niet wist over zout (maar wel moet weten…)
Zout is net zo’n veelbesproken onderwerp als gluten, lactose en overgewicht. Er gaan ‘n hoop verhalen de rondte en hoewel die echt niet allemaal onzin zijn, is het wel goed om het in perspectief te zetten. We leggen 8 belangrijke feiten over zout uit.
1) Nederlanders eten te veel zout.
Tja, hier is helaas geen speld tussen te krijgen. Meer dan 85% van de Nederlanders krijgt meer zout binnen dan de maximale hoeveelheid. We mogen zo’n 6 gram per dag binnenkrijgen, maar volwassen mannen eten gemiddeld 9,9 gram zout per dag en vrouwen 7,5 gram, aldus het Voedingscentrum. Not good. Deze hoge hoeveelheden kunnen bijdragen aan beschadigde nieren en een te hoge bloeddruk en als je daar te lang mee loopt, heb je een verhoogde kans op hart- en vaatziekten. Tijd om minder zout te eten dus.
2) Want minder zout zou écht wonderen doen voor de volksgezondheid.
Sterker nog: als iedereen in Nederland 3 gram minder zout zou eten, zouden er jaarlijks 1.500 mensen minder overlijden aan hart- en vaatziekten, schrijft de Nierstichting.
3) Maar slechts 20% van al dat zout voegen we zélf toe aan ons eten.
Hoewel het sowieso beter is om extra zout achterwege te laten, zit het ‘m dus niet per se in dat snufje dat je toevoegt aan de pasta of die paar korrels om je ei op smaak te brengen. De rest van het zout dat we binnenkrijgen (80% dus) is al verwerkt in eten en drinken dat we kopen in de winkel of in de horeca. Aan kant-en-klaarmaaltijden, sauzen, soepen, snacks, koekjes, kaas, vlees en ook brood wordt zout toegevoegd als smaakmaker.
4) We hebben echter wel zout nodig: natrium is bijvoorbeeld een belangrijk mineraal.
Zout betekent niet alleen maar ellende. Zo is natrium een belangrijk mineraal voor ons lichaam. Het regelt de vochtbalans én het is nodig voor een gezonde werking van onze spieren en zenuwcellen. Dit mineraal is onderdeel van ons keukenzout: in 1 gram keukenzout is gelijk aan 0,4 gram natrium.
5) Speciaal bakkerszout bevat het mineraal jodium.
Na de Tweede Wereldoorlog werd bakkerszout (dat gebruikt wordt voor brood) verrijkt met jodium, omdat jodiumtekort in Nederland lange tijd een probleem was. Het mineraal is nodig voor het functioneren van de schildklier en een tekort ervan kan zorgen voor groeiachterstand en verminderd leervermogen bij kinderen. Naast zeevis, eieren, zuivelproducten en zeewier, zijn er weinig voedingsmiddelen die jodium bevatten en daarom werd besloten het toe te voegen aan brood.
6) Er zit zo’n 25% minder zout in brood dan vroeger.
Er wordt veel gesproken over zoutreductie in producten, en brood is daar een van. Sinds 2008 heeft de bakkerijbranche daarom zout in brood stapsgewijs verlaagd. De Consumentenbond constateerde in 2009 dat brood al 10% minder zout bevatte dan in 2007. En dat is sindsdien steeds sneller gegaan. Inmiddels zitten we op een totale reductie van 25%.
7) Een gemiddelde boterham bevat 0,35 gram zout.
Zout is naast bloem of (volkoren)meel, rijsmiddel en water of melk een belangrijk ingrediënt in brood. Het zorgt ervoor dat deeg beter kan rijzen, dat de korst lekker krokant wordt én dan is er dus het jodiumverhaal. Een snee brood is 35 gram en bevat gemiddeld zo’n 0,35 gram zout. Als we even uitgaan van bijvoorbeeld 5 sneetjes brood per dag, zit je aan 1,75 gram. Uitgaande van het maximum van 6 gram voor een gezonde volwassene per dag valt dat nog best mee, toch?
8) Tip: eet binnen de Schijf van Vijf
Ook voor het Voedingscentrum is zout een hot topic. In de Schijf van Vijf vind je daarom vooral producten zonder toegevoegd zout. Aan brood, kaas, gezouten vis en peulvruchten in blik of glas is wel zout toegevoegd, maar dit levert ook belangrijke voedingsstoffen. Wil je letten op je zoutconsumptie? Kies dan vooral voor producten en beleg uit de Schijf van Vijf, en sla sauzen, snacks en beleg dat daarbuiten valt over. Zo krijg je niet te veel zout binnen, maar wél genoeg voedingsstoffen.