Mineralen in brood
Brood - vooral bruin- en volkorenbrood - levert mineralen. Denk hierbij aan voedingsstoffen als ijzer, zink, koper, magnesium, selenium, kalium, fosfor en jodium. Mineralen zijn nodig bij allerlei processen. Zo kan het bloed geen zuurstof vervoeren als er niet genoeg ijzer aanwezig is. De afweer kan alleen optimaal zijn als er voldoende zink is opgenomen en jodium speelt een rol in je schildklier. Wie elke dag brood eet, krijgt belangrijke mineralen binnen.
Mineralen zitten vooral in het buitenste deel van de graankorrel. Daarom is het gehalte aan mineralen in volkorenbrood en bruin meergranenbrood groter dan in witbrood.
Jodium maakt brood bijzonder
Er zijn maar weinig voedingsmiddelen die van nature jodium bevatten. Alleen in zeevis, eieren, zuivelproducten en zeewier zit wat jodium. De jodiumvoorziening heeft daarom extra aandacht nodig. Bij een te lage jodiuminname kan vergroting van de schildklier (krop) ontstaan. Bij kinderen kan een tekort aan jodium zorgen voor groeiachterstand en een verminderd leervermogen. Toen de overheid in 1942 besloot om het jodiumtekort onder de Nederlandse bevolking terug te dringen, werd gekeken aan welk product deze voedingsstof het best kon worden toegevoegd zodat iedereen het binnen zou krijgen. Gekozen werd voor 'ons dagelijks brood'. Daardoor werd brood nóg belangrijker als basisvoedingsmiddel.
De bakkerijsector gebruikt zout met toegevoegd jodium voor de productie van brood, beschuit en crackers. Dit speciale zout wordt bakkerszout genoemd. Het is ook toegestaan in gebak, koek en andere bakkerijproducten. Bakkers zijn niet verplicht om jodiumhoudend zout te gebruiken. Wel heeft de sector met de overheid in een convenant (overeenkomst) afgesproken om zoveel mogelijk bakkerszout te gebruiken. De meeste bakkers doen dat ook. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid jodium voor volwassenen is 150 microgram. Met ‘slechts’ drie volkorenboterhammen per dag ben je al op de helft! Eén volkorenboterham bevat 24 microgram jodium.
Noten en zaden bevatten ook vitamines B3, B6, B8 en foliumzuur (B11) en de mineralen ijzer, zink, koper, calcium en magnesium. Brood met veel noten en/of zaden levert dus extra voedingsstoffen. Ook rozijnen en krenten leveren extra voedingsstoffen. Ze bevatten bijvoorbeeld ijzer. Daarom zit in een krentenbrood meer ijzer dan in witbrood, ondanks dat beide van bloem gemaakt zijn.
Wat de functie van verschillende mineralen is, lees je op de website van het Voedingscentrum.