Wil je weten hoe de bakker zijn brood bakt? Onderstaande foto's laten het proces van meel tot brood in beeld zien.

De bakker schept de benodigde hoeveelheid bloem, meel of volkorenmeel uit een zak of bak. 

Daarna neemt hij de juiste hoeveelheid gist.

En tapt de juiste hoeveelheid water af.

De bakker voegt wat (bakkers)zout toe.

Afhankelijk van de broodsoort voegt hij er nog andere ingrediënten aan toe om het extra lekker en beter te maken zoals boter, rozijnen of pitten.

Alle grondstoffen bij elkaar.

De grondstoffen gaan in de kneder, de bakker zet de kneder aan. 

De grondstoffen worden snel of traag gekneed, afhankelijk van het soort brood.  

Het deeg is uit de kneder gehaald en wordt handmatig afgewogen, bij grote bakkerijen wordt het deeg uit de kneder verwijderd en machinaal afgewogen. 

Deeg rijst het beste in een bolvorm. De bakker kan dit met de hand doen of met een opbolmachine. Daarin rollen de deegstukken in een soort omgekeerde glijbaan omhoog.

In een speciale rijskast (waar het precies warm en vochtig genoeg is) worden de deegbollen voorgerezen.

De voorgerezen deegbollen worden gevormd tot de vorm van het brood, in dit geval een carré. Dit kan de bakker met de hand doen of met een machine. 

Het deeg moet nu nog een keer rijzen. De gevulde bakblikken gaan met een hele wagen tegelijk voor 60 minuten een andere rijskast in, dit wordt de narijs genoemd. Dit is bij grote bakkerijen een continu proces. Bij kleinere bakkerijen gebeurt dit op kleinere schaal en niet continu. 

Afhankelijk van het eindproduct, moet de bakker het deeg nog afwerken. Bij grote hoeveelheden gebeurt dit soms machinaal maar veelal ook handmatig. Het deeg kan worden ingesneden, bebloemd of gedecoreerd.

De bakker ‘schiet’ de broden in de oven, dit kan automatisch in een lijnoven of handmatig in een vloer- of karoven. 

Tijdens het bakken wordt het deeg gaar. Het brood gaat lekker ruiken en de buitenkant kleurt. Het brood krijgt een lekker knapperig korstje.